Enkele groepen op dit algemene beeld een uitzondering gevormd. Van 19 was er in Nieuw-Nickerie een. Guido Gezelle Wisselende beelden van een dichter Piet Couttenier. Het Boekje Pienter ('pienter' in de betekenis van 'handig') is een bekend fenomeen binnen de krijgsmacht: een boekje vol handige opmerkingen die te pas en te onpas. Mag de camping een kopie van mijn paspoort maken? Bij het loket van de gemeente in Nederland word je met borden gewaarschuwd: laat op de camping in het buitenland. Goed analyseren, concluderen en helder formuleren steeds belangrijker Inhoudsopgave. Eisen bij analyseren, concluderen en formuleren; Een kijkje in de C-keuken. Artikels Maximus de Belijder, deel I, door Joris Van Ael plaats: Heiliging, december 2002 Maximus de Belijder. Leven en geschriften van Maximus de Belijder (580-662). Dit is de eerste aflevering over de doedelzak in het werk van Jeroen Bosch en zijn navolgers. Er zullen er nog meer volgen op deze website. Doedelzak Jeroen Bosch schilderijen Hooiwagen Kunst Geschiedenis. De dansende boer en herderin. De herder en de doedelzak. De geboorte van Christus. Er zullen er nog meer volgen op deze website. Kortom: wordt vervolgd! Mijn interesse in het werk van Jeroen Bosch ontstond al in mijn middelbareschooltijd in Boxtel, ik fietste elke dag vanuit mijn woonplaats Schijndel naar het Jacob Roelandscollege, nu lyceum. In 1. 96. 8 haalde ik daar mijn HBS- B diploma en een jaar daarvoor, in 1. Louis Notenboom, naar de grote Bosch- tentoonstelling in . Deze tentoonstelling duurde van 1. Ik kan me nog goed herinneren dat ik alleen maar heb lopen klieren, dat hoorde kennelijk zo als je naar oude schilderijen gaat kijken als puberale leerling van een middelbare school. Zo ga je, als je met school naar een dierentuin gaat ook alleen maar de apen stangen en dan heb ik het nog niet eens over ons jaarlijks klassieke schoolconcert dat we verplicht waren te bezoeken. Je was een ontzettende nerd, dat woord bestond overigens toen nog niet! Ik weet nog dat Hein Jordans, de toenmalige dirigent van het Brabants orkest het concert voortdurend moest stilleggen om ons tot kalmte en stilte te manen en elke keer dacht ik dat hij alleen mij aansprak, achteraf gezien wel een terechte gedachte. Maar de Bosch- tentoonstelling maakte stiekem toch wel indruk op mij en op een van de daaropvolgende dagen heb ik in m. Alle werken heb ik minutieus bekeken en ik was erg onder de indruk. Pas jaren later kwam ik in het bezit van de Catalogus en de aanvulling daarop met bijdragen zodat ik alles nog eens kon nakijken en nalezen. In het begin van de jaren 1. Op een gegeven moment valt het je op, dat met name de doedelzak nogal eens staat afgebeeld op etsen, tekeningen,schilderijen, vooral uit de 1. Een nieuw interesse is weer geboren: de doedelzak in het werk van Bosch. Ik ben begonnen met alle doedelzakafbeeldingen in het werk van Bosch, zowel van de inmiddels bewezen authentieke Bosch- werken als van zijn navolgers. Hierna begon ik er over te lezen en deze details te bestuderen, daarbij gebruik makend van literatuur die ik zo dadelijk zal vermelden. Twee onderzoeksterreinen komen nu bij elkaar: de geschiedenis van de doedelzak en de interpretatie van details uit het werk van Jeroen Bosch. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om erachter te komen op welke manier Jeroen Bosch kennis heeft gemaakt met de doedelzak. Heeft hij, en/of medewerkers van zijn atelier, in ? Kent hij de doedelzak van randversieringen in getijdenboeken of van miniaturen? Het staat nog nergens beschreven, ik hoop daar te zijner tijd antwoord op te kunnen geven. Ook hier kan ik weer zeggen: wordt vervolgd. Ik ga nu, om te beginnen in zes hoofdstukken wat vertellen over het v. Ik maakte hierbij gebruik van de volgende literatuur, waar ik dikwijls naar verwijs. Vijf eeuwen tandheelkunde in de Nederlandse en Vlaamse kunst, Dr. Uitgegeven door de Nederlandse maatschappij tot bevordering der tandheelkunde (NMT) in 1. De vergeten beeldentaal van Jheronimus Bosch, Eric de Bruyn. Uitgeverij La Renaissance Du Livre, Brussel 1. De zotte schilders, moraalridders van het penseel rond Bosch, Bruegel en Brouwer, Eric de Bruyn en Jan op de Beeck. Staatsdrukkerij Martinus Nijhoff, . Mercatorfonds 2. 00. Jheronimus Bosch, alle schilderijen en tekeningen, Jos Koldeweij, Paul Vandenbroeck, Bernard Vermet. NAi Uitgevers Rotterdam- Ludion Gent/Amsterdam, 2. De wereld van Bosch, onder redactie van Jan van Oudheusden c. De hooiwagen. De Hooiwagen, en dan met name het middenpaneel laat een aardig tafereel zien van een non en een doedelzakspeler, en een kwakzalver die een mondonderzoek doet bij een pati. De Hooiwagen is van de hand van Jeroen Bosch en/of zijn atelier. Het bevindt zich in Madrid in het Museo Nacional del Prado, kortweg het Prado. De Hooiwagen was ooit bezit van de Spanjaard Don Felipe Guevara. Deze schreef een werk, Commentarios de la Pintura, ca. Nu een detail van het onderste gedeelte van het middenpaneel. Het werk is gesigneerd, iets wat Bosch niet veel deed na het voltooien van een schilderij. Hetzelfde detail, toegespitst op de kwakzalver, de doedelzakspeler en de non. De Bruyn. 2 geeft een beschrijving van deze scene: Een non biedt een volledig in het blauw geklede, doedelzak blazende speelman een handvol hooi aan. In ruil daarvoor wil zij blijkbaar de worst, die via een touwtje met de doedelzak verbonden is: de non laat het touwtje bengelen in haar linkerhand. Aan de lange pijp van de doedelzak hangt een kan met bloemen. Op zijn linkerschouder draagt de speelman een klein, rond insigne. Het naast elkaar ophouden van het handvol hooi en de worst aan het touw vormt samen met het oogcontact tussen de kloosterlinge en de doedelzakspeler de allegorische sleutel van dit fragment. Alles wijst erop dat de kloosterlinge een ruil voorstelt: zij zal hooi geven, als zij de worst van de speelman krijgt. Het hooi dienen we te associ. Het bundeltje hooi in de hand van de non dient vergeleken met het hooi in de geldbeurs van de kwakzalver en kan hier eenvoudigweg metaforisch gelijk gesteld worden met geld. Dat het voorwerp aan het touw inderdaad een worst is, werd definitief aangetoond door R. Marijnissen. 6 : het voorwerp dat aan het touwtje bengelt is ongetwijfeld een worst. De identificatie is mogelijk door het streepje aan het linker uiteinde: destijds werden worsten met een doorn dichtgemaakt. En Bax. 5 signaleerde als eerste dat de worst in de late Middeleeuwen kan fungeren als fallussymbool en hij interpreteerde dit fragment van het middenpaneel dan ook in erotische zin: de non verzoekt de speelman om seks tegen betaling. De Bruyn. 2 : Deze erotische duiding wordt verder bevestigd door het feit dat de speelman een doedelzak bespeelt, een instrument dat in de late Middeleeuwen even erotisch geladen was als de worst. De doedelzak en de worst worden niet toevallig via een touwtje met elkaar verbonden. Alleen reeds door zijn suggestieve vorm kon de doedelzak fungeren als een metaforische verwijzing naar de mannelijke genitalia, maar ook het Middelnederlandse taalgebruik bood ruimschoots gelegenheid tot scabreuze woordspelingen in verband met dit instrument. Het bespelen van de doedelzak staat hier metaforisch gelijk aan copuleren, waarbij de termen pipe en sackpype manifest verwijzen naar de fallus en de mannelijke genitalia. In een ander 1. 6de eeuws refrein betekent de uitdrukking metter sacpijpe, int doncker, den kinderendans (reyen), de co. De Bruyn. 2 spreekt over een pijpsac, een Middelnederlandse term voor doedelzak, Boone. Op de volgende gravure, De pelgrimstocht naar Molenbeek zie je twee speellieden met sack- pijpen. Boven de afbeelding kun je lezen: Seer aerdigh uyt- gebeeldt door den uytnemenden konstigen schilder Pieter Breugel, gesneden ende gedruckt ten huyse van Henricus Hondius in . De eerste vermeldingen dateren van rond het midden van de 1. En wat betreft Jeroen Bosch: die was toen allang overleden, namelijk in 1. De Bruyn. 2 heeft in bovenstaande tekst al gesproken over: Alleen reeds door zijn suggestieve vorm kon de doedelzak fungerenalseen metaforische verwijzing naar de mannelijke genitalia. Maar wat te denken van een term die reeds in 1. Boone. 3 in het hoofdstuk over terminologie: De lullepijpe, en de bespeler ervan heet een lulle- pijper. In verband met deze doedelzakterminologie vond ik nog een interessante tekst onder een gravure van Pieter Bruegel. Links zie je twee doedelzakspelers die op een bruiloftsfeest zijn uitgenodigd om muziek te maken voor de gasten, waarop zij heerlijk konden dansen. De tekst onder de gravure geef ik als detail weer en dan zie je een opmerkelijke tekst waarmee niet de speelman, maar wel zijn instrument bedoeld wordt! Soo langh als de lul ghaet. In het rechter tekstrijtje staat: Ick luyster naer de pijp. De kwakzalver. De Maar. Misschien mogen we aannemen dat de behandeling van de tandentrekker op dit schilderij- de oudst bekende in de wereld- waarheidsgetrouw is afgebeeld. Opvallend bij de tandentrekker is een pluk hooi dat uitsteekt uit zijn mantelzak, een symbool van snelle verrijking! Dit zien we meer op afbeeldingen van tandentrekkers en dan met name het zich voortijdig en middels zakkenrollen door de assistente meester maken van een . Er was in die tijd al sprake van vrije tarieven! Het is duidelijk dat tandentrekker/kwakzalvers ook al in de 1. Hij buigt zich voorover en doet met zijn blote handen een, zo te zien pijnlijk mondonderzoek bij een tandpijnlijder. Naast hem zie je een instrumententafeltje met daarop een zalfpot en aan een stok hangt een snoer met tanden en kiezen en een . Zou dit verband houden met een zogenaamde . Wellicht heeft Bruegel De Hooiwagen van Bosch ooit onder ogen gezien? In Jheronimus Bosch, alle schilderijen en tekeningen. Jeroen Bosch of Pieter Bruegel de Jongere? Het is gedateerd 1. Eesti Kunstimuseum in Tallinn. We zien een tandentrekker die vol trots, of als bewijs, de getrokken (ge. We zien ook dat er een zakkenroller bezig is, wellicht een medewerker van de tandentrekker? Rechtsonder ziet u weer een moeder die de billen van haar kind heeft schoongemaakt en het lijkt wel of ze haar vingers laat aflikken door de ezel? De dansende boer en de herderin. Nu gaan we de triptiek sluiten en zien we de marskramer. Ik zou dit overigens nooit zelf doen als u een museum bezoekt, hier kan de grootste heibel van komen! Vraag liever eerst aan de directie van het museum, een suppoost zal het niet voor je doen! Toch staan de triptieken in diverse musea zodanig opgesteld dat je gemakkelijk de achterkant van de buitenpanelen kunt bekijken, dit wordt moeilijker als de triptieken zijn opgehangen, helaas! Als we het triptiek De Hooiwagen sluiten zien we de Marskramer met rechtsboven een doedelzakspeler die tegen een boom zit en voor hem een dansend paartje. Voor de beschrijving van dit tafereel maak ik weer gebruik van De vergeten beeldentaal van Jheronimus Bosch, van Eric de Bruyn. Rechts van de marskramer zien we aan de voet van een boom een doedelzak spelende man zitten.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
December 2016
Categories |